13 | Interview Manfred Rosenboom en Kristian Mul
Digitale toegankelijkheid krijgt vaker de aandacht bij de overheid

Terugblik en ontwikkelingen in 2025 voor DigiToegankelijk
DigiToegankelijk helpt Nederlandse overheidsorganisaties om sneller en duurzaam digitaal toegankelijk te worden. Het team van DigiToegankelijk wordt bemenst vanuit Logius (Expertisecentrum DigiToegankelijk) en ICTU´s DigiToegankelijk Toezichts- en OndersteuningsProgramma (DT TOP). In dit interview spreken we met Kristian Mul, coördinator Expertisecentrum DigiToegankelijk, en Manfred Rosenboom, programmamanager van DT TOP. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen in 2024 en wat kunnen we dit jaar verwachten?

“Voor gebruikers is het enige dat telt dat websites en apps duidelijk, begrijpelijk en toegankelijk zijn.”
Hoe staat digitale toegankelijkheid ervoor bij Nederlandse overheden?
Manfred: De cijfers van 2024 zijn weer wat beter dan 2023: 49% van de organisaties die in het Dashboard DigiToegankelijk staat, voldoet nu aan de wettelijke verplichting. Vorig jaar was dat nog geen 40%. De data vertellen nooit het hele verhaal, maar ze zijn een goede indicatie van de stand van zaken. We zien ook in de praktijk dat het onderwerp digitale toegankelijkheid steeds meer de aandacht krijgt die het verdient. Er wordt in veel organisaties aan gewerkt, maar het is duidelijk dat er nog een hoop moet gebeuren om te zorgen dat iedereen mee kan doen.
Kristian: Digitale toegankelijkheid is en blijft een onderwerp van de lange adem. We hebben met het dashboard de ontwikkelingen beter in beeld, maar de uitdaging blijft onverminderd groot.
Wat is het beeld als we wat dieper in de cijfers duiken?
Kristian: We zien dat we vanaf de start van het programma DT TOP een veel completer beeld hebben gekregen van het aantal websites en apps dat door overheidsorganisaties in de lucht wordt gehouden. Met de komst van het Dashboard DigiToegankelijk en door de inventarisatieronde die we vorig jaar hebben gedaan, is een enorme inhaalslag gemaakt.
Manfred: Het aantal A- en B-statussen in het dashboard is in 2024 met respectievelijk 34% en 53% flink gegroeid. Het is ook positief dat de E-statussen (websites en apps zonder verklaring) afgelopen jaar gehalveerd zijn. Enerzijds komt dat omdat er 32% meer verklaringen zijn gemaakt in 2024. Anderzijds hebben we gewerkt aan het onderhoud van onze data, zodat we een zo scherp mogelijk beeld kunnen geven. Daarnaast heeft het ondersteuningsteam overheden ook gestimuleerd om websites en apps, die niet meer gebruikt worden, op te heffen.
Welke factoren dragen bij aan deze veranderingen?
Kristian: Met digitoegankelijk.nl werken we al jaren aan een betrouwbare informatiebron. Het programma heeft daar de afgelopen jaren een aantal effectieve instrumenten en een gerichte aanpak aan toegevoegd.
Manfred: Een mooi voorbeeld van zo’n instrument is onze onderzoekenpagina. We hebben veel leveranciers er inmiddels van overtuigd dat het belangrijk is om zelf een toegankelijkheidsonderzoek uit te voeren. Steeds meer leveranciers zijn ook bereid hun onderzoeksrapporten te delen. Overheidsorganisaties kunnen deze onderzoeken gebruiken bij de onderbouwing van een toegankelijkheidsverklaring. Zij hoeven dan niet zelf te investeren in onderzoek. Het gaat dan vaak om één onderzoek van de techniek waar veel verschillende overheden gebruik van kunnen maken. In sommige gevallen zal een overheidsorganisatie nog wel een onderzoek van de inhoud moeten laten uitvoeren. Zo hebben veel gemeenten voor de raadsinformatiesystemen en digitale loketten inmiddels een verklaring met een A- of B-status door gebruik te maken van zo’n onderzoeksrapport. Ook voor een flink aantal apps zijn meer A- en B-statussen geclaimd.
Kristian: We zien overigens dat overheidsorganisaties nog veel meer gebruik kunnen maken van deze mogelijkheid. Ze zouden dan met weinig moeite een hogere status kunnen claimen.
Maar gebruikers, dus de burgers, merken toch niet direct iets van zo’n verbeterde status?
Manfred: Goed punt, de statussen in het Dashboard DigiToegankelijk zijn natuurlijk niet zaligmakend. Voor gebruikers is het enige dat telt dat websites en apps duidelijk, begrijpelijk en toegankelijk zijn. Dáár gaat het om. De toegankelijkheidsverklaring, het onderzoek en de status zijn vooral bedoeld als prikkels om toegankelijkheid inzichtelijk te maken en op orde te krijgen.
Kristian: Nu het zo makkelijk gemaakt is, is het natuurlijk wel jammer dat statussen niet worden geclaimd. Het illustreert dat veel organisaties toegankelijkheid ad hoc aanpakken en nog worstelen met borging en duurzame verankering.
Manfred Rosenboom (links) en Kristian Mul
Wat is de impact van de Signaleringsbrieven, ook zo’n instrument om toegankelijkheid te verbeteren?
Manfred: Het afgelopen jaar heeft DigiToegankelijk voor het eerst brieven gestuurd aan bestuurders van overheidsorganisaties, die nog niet (voldoende) aan de wet voor digitale toegankelijkheid voldoen. In totaal hebben we in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties drie verschillende brieven gestuurd aan bestuurders.
Veel organisaties hebben na ontvangst van de brief actief stappen gezet om hun websites en apps te verbeteren. Met de derde signaleringsbrief van oktober vorig jaar hebben we 429 organisaties aangeschreven met minimaal één E-status in het dashboard. Deze organisaties hebben in de laatste twee maanden van het jaar 155 verklaringen met A- en B-statussen gepubliceerd. Het aantal E-statussen nam in die periode af met 559. Hoewel niet al deze veranderingen op het conto van de brief geschreven kunnen worden, zijn we best trots op dat resultaat.
DigiToegankelijk Toezichts- en Ondersteuningsprogramma stopt binnenkort. Wat betekent dat voor digitale toegankelijkheid?
Kristian: Bij Logius gaat ons expertisecentrum DigiToegankelijk gelukkig gewoon door. We zijn blij met het werk van het programma en nemen veel instrumenten over. Zo hebben we de afgelopen periode samengewerkt aan de overdracht van Kennisbank DigiToegankelijk en de data-analyse tools. Het dashboard hadden we al in beheer genomen. Ook blijven we roadshows doen en zetten we de leveranciersaanpak van het programma door.
Hoe kijk je aan tegen het stoppen van het programma?
Manfred: Het programma is gestart in april 2022 en het is altijd de bedoeling geweest dat het maar tijdelijk zou bestaan. Het programma is ingericht om het proces van digitale toegankelijkheid bij overheidsorganisaties significant te versnellen. We wilden dit bereiken door overzicht te creëren, de toezichtsfunctie te verkennen, overheden actief te benaderen en hen ondersteuning te bieden op het gebied van toegankelijkheidsvraagstukken.
Het programma heeft in korte tijd veel van die doelen gerealiseerd. We hebben contact gehad met vrijwel iedere overheidsorganisatie met ondersteuning, door ze aan te jagen of kennis met ze te delen. We hebben ze ook onderling verbonden om van elkaar te leren. Onze ervaringsdeskundigen helpen daarbij door het belang van digitale toegankelijkheid te benadrukken. De komende periode gebruiken we om overheidsorganisaties zoveel mogelijk te stimuleren om digitale toegankelijkheid te borgen in hun processen. Dat doen we door ze enerzijds te laten zien hoe volwassen ze zijn op het gebied van digitale toegankelijkheid en anderzijds door te vertellen wat er nodig is om verder te groeien.
Er is door DT TOP een basis gelegd voor het inrichten van toezicht op digitale toegankelijkheid. We hebben bovendien de eerdergenoemde signaleringsbrieven verstuurd. Toezichtsactiviteiten worden in de komende periode vormgegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
NL Design System zal ook een actieve rol in toegankelijkheid blijven spelen. Zij zet een expertteam op dat overheden concreet kan ondersteunen hun websites en apps toegankelijk te maken. Dit doet zij bijvoorbeeld via CMS-tooling en instrumenten voor een toegankelijke huisstijl voor websites en apps.
Voor opdrachtgever Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is het besluit te stoppen met het programma een logisch gevolg van een herijking van beleid, dat verder vorm zal krijgen in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie in het eerste kwartaal van 2025.

“We zijn blij dat we NLdoc verder kunnen ontwikkelen.”
Er komt dus behoorlijk wat werk de kant van Logius op. Hoe gaan jullie dat doen?
Kristian: We breiden ons team uit, onder andere met mensen die ook bij DT TOP werkten. We hebben echter minder capaciteit dan het programma, dus we moeten goed kijken waar we onze energie in stoppen. We blijven natuurlijk werken aan het register, het Dashboard DigiToegankelijk en de invulassistent van de toegankelijkheidsverklaring. Daarnaast blijft digitoegankelijk.nl voor iedereen een vertrouwd informatiekanaal. We blijven iedereen informeren over alles wat speelt en zullen daarbij ook de social-mediakanalen en de nieuwsbrieven inzetten. Als expertisecentrum spelen we een actieve rol in de internationale community rond de toegankelijkheidsstandaarden.
We spreken ook geregeld met de onderzoeksbureaus die voor overheidsorganisaties toegankelijkheidsaudits uitvoeren. Samen met hen zorgen we dat die audits van hoog niveau zijn en dat de verschillen in uitvoering zo klein mogelijk zijn.
Wat zijn nieuwe ontwikkelingen die we van DigiToegankelijk kunnen verwachten in 2025?
Kristian: We zijn blij dat we NLdoc verder kunnen ontwikkelen. NLdoc is een tool die het mogelijk maakt om vanuit een bestaande pdf (of ander documenttype) een toegankelijk HTML-document te maken. Deze applicatie is gebaseerd op een open source API, dus NLdoc kan straks online in allerlei websites geïntegreerd worden. De applicatie draait al en we werken hard aan een publieke livegang van de beta-versie. We willen zo bijdragen aan het vinden van een oplossing voor de pdf-problematiek waar veel organisatie mee worstelen.
Hoe gaat het Dashboard DigiToegankelijk zich ontwikkelen?
Kristian: We vinden het belangrijk dat de administratieve last rond digitale toegankelijkheid zo klein mogelijk is. Daarom willen we het dashboard verder ontwikkelen naar een zogenaamde ´mijn-omgeving´. Dat betekent dat de invulassistent, de inventarisatielijsten (de E-statussen) en het dashboard op termijn in één interface beschikbaar komen. Dat doen we niet in één keer, maar stapsgewijs. Organisaties krijgen een eigen centraal account en kunnen zelf coördinatoren toekennen aan websites en apps. Er komt een notificatiesysteem, zodat we berichten kunnen sturen, bijvoorbeeld wanneer een toegankelijkheidsverklaring verloopt of wanneer een actie vereist is.
Tot slot, hoe zou je wensen dat digitale toegankelijkheid zich ontwikkelt in 2025?
Manfred: Er is nu echt momentum. Steeds meer organisaties pakken het op. We merken bijvoorbeeld dat we minder vaak hoeven uit te leggen wat digitale toegankelijkheid is. Dat is mooi, want het is belangrijk dat niemand wordt uitgesloten van het gebruik van digitale overheidskanalen. De grote uitdaging is nu dat organisaties de ingezette weg gaan vasthouden en niet verslappen. Digitaal toegankelijke organisaties werken niet ad hoc aan een verklaring, maar borgen het thema echt in beleid, in budgetten, in functies en rollen. Daarin is betrokkenheid van bestuur en management onontbeerlijk.
Kristian: Er zijn gelukkig al een aantal organisaties die met borging van toegankelijkheid echt op de goede weg zijn. Zij pakken toegankelijkheid vaak tegelijk met andere standaarden rond veiligheid en privacy op. En zij krijgen steeds meer grip op hun web- en app-landschap. Ook zien we dat grotere organisaties hun eigen toegankelijkheidsonderzoekers in huis hebben. Met de roadshows faciliteren we kennisuitwisseling tussen verschillende organisaties. Daar is echt behoefte aan. We hopen dat er voldoende middelen beschikbaar komen voor community-activiteiten, zodat mensen elkaar gaan helpen. Ik wil Manfred en zijn collega’s van DT TOP bedanken voor hun waardevolle werk en gedreven bijdrage aan digitale toegankelijkheid. We doen ons best het huidige momentum vast te houden.
